Om te garanderen dat het visbestand een hoge productiviteit behoudt in combinatie met een laag risico op overbevissing, werd de visserij gevraagd als voorwaarde voor certificering een actieplan op te stellen.
Het doel: grotere kreeften en meer exemplaren die de kans krijgen zich gedurende langere perioden te reproduceren.
Bovendien werd de visserij verzocht helder afgebakende en effectieve regels in te stellen om de vangst van kreeft in goede banen te leiden, met inbegrip van duidelijke maatregelen in het geval het visbestand in omvang afneemt.
Dergelijke maatregelen zijn uitsluitend effectief als er kwalitatief betere gegevens voorhanden zijn over de kreeftpopulatie.
Naast het bestuderen van eerder uitgevoerde onderzoeken heeft de visserij een proces ontwikkeld voor het verzamelen en uitwisselen van gegevens.
Als onderdeel hiervan werden kreeften in commerciële visgronden en beschermde gebieden geanalyseerd, monsters genomen van op visafslagen of aanlandingsplaatsen verkochte kreeften en onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken en vrijwillige zelfrapportages van afzonderlijke vissersschepen geïntroduceerd.
Bij de analyse van de gegevens heeft de visserij nauw samengewerkt met wetenschappers van het Franse onderzoeksinstituut voor exploratie van de zee IFREMER.
Het proces bood vissersen onderzoekers nieuwe inzichten in de kreeftpopulatie en hun gedrag. Zo hebben zij bijvoorbeeld ontdekt dat kreeften de neiging hebben naar volle zee te trekken zodra ze volwassen zijn.
Ze hebben een gestandaardiseerde ‘index of abundance’ ontwikkeld om de gezondheid van de kreeftbestanden te kunnen monitoren. Mocht deze index uitkomen op een niveau onder 1 (de nulmeting uit 2007), dan worden vooraf overeengekomen maatregelen van kracht om de visserij-intensiteit te verlagen - zoals het beperken van het aantal fuiken en vislicenties.
Bovendien treden er nadere beheermaatregelen in werking als de vangstniveaus tot onder de 6 kg per 100 fuiken dalen. Dit niveau is gebaseerd op de laagst vastgelegde vangst in 1996 waarvan de visserij desalniettemin wist te herstellen. Bij dergelijke beheermaatregelen valt te denken aan:
Onafhankelijke audits toonden aan dat de visserij zich goed ontwikkelde en na drie jaar konden de assessoren concluderen dat aan alle voorwaarden was voldaan - en dat ruim voorop schema.
De kans dat deze beheermaatregelen in de nabije toekomst in werking zullen treden is overigens gering en dat mag als een bemoedigend teken worden gezien. De‘index of abundance’ is de afgelopen tien jaar continu gegroeid.
Deel dit verhaal:
Meer verhalen over MSC:
Bijvangst van zeevogels terugdringen: Slimmere vispraktijken hebben de sterfte onder zeevogels aanzienlijk beperkt>
Volg ons Facebook
Alle afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd